Maandag 10 juni

20130610 maandag
9° en bewolkt, maar het regent of miezert niet. De bewolking lijkt iets hoger te liggen dus grotere stukken van de bergen zijn te zien. We zijn op het topje van het kleine eilandje Gimsøy en daar rijden we zo weer vanaf. Het is hier vlak. Een beetje landbouw maar meer ruige velden en schapen. De zee langs de kust is bezaaid met rotsblokken.
Even later zijn we op een groter eiland; Vestrågøy. Om leuke ‘omweg’ via Kvalnes. Links hoge bergen en rechts schapen en scholeksters. Het is laag water dus zie je veel vogels en vooral veel meeuwen scharrelen op de kleine strandjes en tussen de rotsen. We stoppen op de E 10 bij verschillende aangegeven uitkijkpunten en maken wat foto’s. Om iedere bocht ziet het er weer anders uit en je komt werkelijk ogen te kort (of hersencapaciteit) om alles in je op te nemen. We gaan weer een afslag op naar Eggum, deze keer, en ook dit is weer een éénbaansweg. Eggum is een wat groter dorp en we dachten daar wat boodschappen te doen maar er is geen enkel winkeltje. Wel een grote P met prachtige sanitaire voorzieningen en een oud fort uit de 2ᵉ wereldoorlog. Als we daar naar boven klauteren om er eens rond te kijken zijn de paden bevuilt met poep. Schapenpoep? In ieder geval veel en vies en hoe we ook ons best doen om die shit te ontwijken, we hebben toch vieze schoenen en die mogen natuurlijk niet, zonder grondig te zijn schoongemaakt in de camper.
In het westen is inmiddels ook een stukje blauwe hemel te zien en dat geeft een goed gevoel. Even voor een gehuchtje: Liland gaan we bij de Spar boodschappen doen. Wat zijn die boodschappen toch ongelooflijk duur. Enfin, dat wisten we al, dus niet zeuren. Verder volgen we de E10 en het landschap veranderd steeds. Nu groeit er weer overal wollegras op de moerassige landjes langs de weg. Wel heel klein en kort, maar tóch wollegras. We moeten een tunnel in 1780 meter zien we niets van het landschap maar als ik op de landkaart kijk zie ik dat we een fjord onderdoor gaan.
Als we linksaf gaan richting Nussfjord is de weg weer voor onderhoud bezet met asfaltauto’s en werkende mannen. We worden tegengehouden en later door een autootje van de wegendienst weer keurig voorgegaan langs de machines en soms door de berm. Het gaat allemaal net. In het dorpje gaan we op een P staan die eigenlijk voor bussen is bedoeld maar er is geen enkele bus en de ruimte is groot genoeg. Om hier rond te mogen lopen moeten we Kr50 toegang betalen. Huh? Ja, het is een beschermd dorpje . De Unesco heeft het zelf gezegd. Dus betalen we braaf en lopen wat rond. Kijken even binnen bij een ‘landhandel’ dat ziet eruit als onze oudste kruideniers, maar aangevuld met toeristenrommel. De meeste huizen staan op palen en zijn goed onderhouden. We zien een Nederlands zeiljacht aankomen. De vuurvlieg uit Vlissingen. Jos gaat even een praatje maken en ik kijk rond in het museumpje en scharrel wat tussen de huizen.
We rijden, jammer genoeg, weer dezelfde weg met hetzelfde oponthoud terug en nu nog een klein stukje tot Flakstad met een klein rood kerkje en een grote P. Maar die ligt vlak langs de E10. Even verder dan maar. En daar vinden we, ook langs de E10 maar dan met een groene wal ertussen een mooie plek aan het water. Echt een strandje met golven die aanspoelen. Het is hoogwater en wordt weer eb en we zien weer al die kustvogels zich tegoed doen aan een verrukkelijk zeebanket. Wij hebben ook ‘zeebanket’ gekocht. Dunne schijfjes stokvis. Dat moet volgens de noren een lekkernij zijn. We proberen een stukje, het is net een chipje. Maar alle twee vinden we 1 stukje wel genoeg en gooien de rest gewoon weg. Aan ons niet besteed.
Het wordt zelfs zonnig en van mist is niets meer te zien. Maar die 9°, die blijft vooralsnog bestaan. Er komen nog een paar campers op de parkeerplaats zodat we met Noren, Finnen en Engelsen hier de nacht door gaan brengen.